Begrippenlijst

  • Aflopend drukken

  • Vlakken, foto's of lijnen raken de buitenrand van het drukwerk. Om te voorkomen dat er een klein wit randje aan dit soort elementen komt, moeten deze elementen in het beeld worden gesneden. In de lay-out dienen deze elementen 3 mm door te lopen buiten het afgewerkte formaat. Dit is het zogenaamde afloopgebied of bleed.

  • Afwerken

  • Alle handelingen die nadat een vel gedrukt is nog nodig zijn om tot het afgewerkt product te komen.

  • Binnenwerk

  • Dat deel wat niet tot het omslag en schutbladen wordt gerekend. Samen met de schutbladen vormt het binnenwerk het boekblok.

  • Bladspiegel

  • Dit is de indeling van een pagina. Denk hierbij aan de stand van de zetspiegel op de pagina. Om de zetspiegel zitten doorgaans nog wat witruimte, ook wel marges genoemd.

  • Diapositief (negatief)

  • Witte letters op een zwarte- of anders gekleurde achtergrond.

  • Duotoon

  • Een foto welke is opgebouwd uit twee kleuren. Dit kan een combinatie van zwart met een andere kleur zijn, maar kan ook een opbouw uit twee kleuren zijn.

  • Garenloos gebrocheerd

  • Vellen of katernen worden vergaard, vervolgens in de rug gefreesd, gelijmd en met omslag.

  • Genaaid gebrocheerd

  • Katernen worden met garen aan elkaar genaaid en vormen zo een boekblok, daaromheen wordt een omslag getrokken. Deze softcover heeft een iets langere levensduur dan de garenloze variant.

  • Halfmat

  • Gradatie van satinage (satineren) of gladheid. Bij gestreken papiersoorten wordt dit ook wel ‘silk' genoemd.

  • Hardcover boek

  • Een hardcover boek is een gebonden boek met een harde beschermende kaft. Het omslag wordt gemaakt van grijsbord waar het bedrukte papier van het omslag op geplakt wordt. Het bedrukte papier wordt vaak, omwille van de levensduur, voorzien van een matte- of glanzende laminaat. Aan de binnenzijde van het omslag worden de schutbladen geplakt. Met deze schutbladen wordt het boekblok in het omslag gehangen.

  • Houtvrij papier

  • Papier dat gemaakt wordt van boomvezels die met behulp van chemicaliën ontsloten en ontdaan zijn van de stoffen die voor een snelle veroudering zorgen.

  • Karton

  • Papiersoorten met een gramgewicht hoger dan 170 g/m2.

  • Katern

  • Gevouwen drukvel, van 4, 8, 12, 16, 24 of 32 pagina's. Meerdere katernen achter elkaar vormen het boekblok/binnenwerk van een boek/brochure.

  • Laminaat

  • Dunne transparante kunststof folie die op het papier wordt gelijmd. Laminaat biedt een duurzame bescherming tegen vuil, stof of krassen. Laminaat is mogelijk in mat of glans en kan ook met verschillende structuren geleverd worden.

  • M.C.-papier (machine coated)

  • Papier voorzien van een strijklaag. Verkrijgbaar in gesatineerd of 'gloss', halfmat of ‘silk' en mat. M.C.-papier wordt vaak gebruikt voor o.a. reclamedrukwerk, tijdschriften. Door de strijklaag drukken foto's goed uit en blijven hierdoor mooi contrastrijk.

  • Marges

  • Witruimte(n) rondom de zetspiegel van een pagina. Zorg voor voldoende afstand tussen de elementen en de paginarand. Houd rekening met een marge van minimaal 3 mm. Na het vouwen en snijden van de katernen is er een kleine kans dat deze elementen worden aangesneden.

  • Natuurkarton

  • Effen,wit karton uit zeer goed gebleekte celstof. Dit karton is houtvrij, goed gelijmd, geschikt om te beschrijven, egaal van doorzicht en laat zich goed vouwen. Altijd éénlagig.

  • Persvernis

  • Oxidatief drogende, glanzende, offset vernis laag.

  • PMS

  • Pantone Matching System, een universeel kleuren systeem voor drukinkten. Dit systeem wordt in de gehele GrafiMedia Branche gebruikt. PMS inkten zijn voorgemengde inkten die vaak een heel intense kleurbeleving hebben. Dit in tegenstelling tot een full-colour opgebouwde kleur. Een tegenhanger is bijvoorbeeld RAL-kleuren voor de Verf/Bouw-industrie. Ook dit zijn voorgemengde verfkleuren.

  • Pregen

  • Een vorm van blinddruk, waarbij het beeld verdiept of verhoogd in het papier wordt gedrukt. Bij omslag van almanakken wordt de preeg verdiept aangebracht. Sommige omslagmaterialen kunnen middels een thermopreeg voorzien worden van een hele fraaie preeg.

  • Prepress

  • Al het voorbereidende werk, van lay-out in InDesign tot het maken van de drukplaten, voordat iets gedrukt kan worden.

  • Schutblad

  • D.m.v. de schutbladen wordt het binnenwerk door de binder aan het omslag verbonden. De schutbladen worden vaak gemaakt uit een iets dikkere, ongestreken, papiersoort en zijn vaak voorzien van een foto of illustratie.

  • Smoelenboek / ledenlijst

  • Een smoelenboek laat profielen zien van alle (actieve) leden van een jaarclub, dispuut, studie- of studentenvereniging. Van elk lid wordt algemene informatie, zoals een foto, het adres en het e-mailadres getoond. Daarnaast kan ook de studie, het studiejaar, een bijnaam en dispuut of jaarclub vermeld worden.

  • Softcover

  • Een sofcover boek is een boek met een buigzame kaft waarvan de rug gelijmd is. De kaft is een papieren omslag met een laminaatlaag. Softcover boeken worden zowel op klein als groot formaat geproduceerd.

  • Spot (UV lak)

  • UV lak is een veredelingslak die all-over of plaatselijk kan worden aangebracht. Door de hoge glans kan met een plaatselijke toepassing (spot-uv lak) een bepaald element worden benadrukt. Hiermee kunnen elementen een verhoogde attentiewaarde krijgen.

  • Stramien

  • Vastgelegde afspraken in een lay-out van een boek of brochure (dmv. lijnen). Hierdoor wordt door de vormgever meer éénheid en samenhang aangebracht.

  • Sulfaatkarton

  • Bijzonder taai, houtvrij karton, 1-zijdig of 2-zijdig gestreken. Vaak wordt sulfaatkarton ingezet als omslagmateriaal van een softcover.

  • Uitlijnen

  • Uitmeten, zorgen dat alle tekst en plaatjes op één lijn en haaks staan. (stramien maken). Dit voorkomt dat elementen gaan 'zweven' in het design.

  • Zetspiegel

  • De ruimte waarin de tekst en afbeeldingen binnen een pagina worden geplaatst.

    • Sophie Kuijs
    • Projectmananger
    • Kan ik je helpen?

    • We helpen je met al je vragen omtrent jullie Almanak!